Met de ‘Wet van 23 maart 2023 tot modernisering van de btw-ketting’ wordt er stevig ingegrepen in de btw-procedure en dat vanaf 1 januari 2025. Met name de invoering van de ‘vervangende btw-aangifte’ is een belangrijke toevoeging aan het procedureel kader.
Auteur: Tim Vandeweyer
Deze procedure in één ooglopslag? Bekijk het schema in monKEY.
Het doel van de vervangende btw-aangifte is om via een geautomatiseerd systeem een forfaitaire btw-schuld vast te stellen bij duurzaam nalaten van een belastingplichtige om een btw-aangifte in te dienen.
Als een belastingplichtige gedurende drie maanden na het einde van een aangiftetijdvak nalaat om een btw-aangifte in te dienen, dan wordt er automatisch een voorstel van vervangende btw-aangifte verzonden naar de belastingplichtige. Het voorstel bevat een forfaitaire btw-schuld, met name het hoogste btw-bedrag dat is opgenomen in de btw-aangiften van de periode van 12 maanden voorafgaand aan het aangiftetijdvak waarvoor geen btw-aangifte werd ingediend (met als minimum 2.100 EUR).
Als de belastingplichtige nalaat om alsnog een btw-aangifte in te dienen binnen een maand te rekenen vanaf de derde werkdag na de verzending van het voorstel van vervangende btw-aangifte, dan wordt het voorstel definitief. Er wordt dan een kennisgeving verzonden naar de belastingplichtige met de definitieve vervangende btw-aangifte. De btw-schuld wordt vervolgens, na een wachttermijn van een maand te rekenen vanaf de derde werkdag na de verzending van de definitieve vervangende btw-aangifte, opgenomen in het innings- en invorderingsregister.
Tegen een definitieve vervangende btw-aangifte kan de belastingplichtige optreden met een bezwaarschrift, waarbij de belastingplichtige zal moeten aantonen dat het bedrag van de btw-schuld zoals opgenomen in de vervangende btw-aangifte niet correct is (het bedrag in de vervangende btw-aangifte geldt als een weerlegbaar vermoeden van de btw-schuld). De bezwaarprocedure wordt nog uitgewerkt per KB.
Los van de procedure om te komen tot een vervangende btw-aangifte, kan de btw-administratie na een onderzoek ook nog steeds ‘manueel’ een btw-schuld vaststellen, bv. via de bestaande procedure van de ambtshalve aanslag. Deze ‘manuele’ mogelijkheid blijft bestaan naast het ‘automatisch’ systeem van de vervangende btw-aangifte. De btw-administratie kan nog steeds een aanvullende taxatie doorvoeren als de btw-schuld in de vervangende btw-aangifte een onderschatting blijkt te zijn.