Advocaat als lid van een criminele organisatie
Inleiding: De zaak tegen de advocaat
De veelvuldige contacten in een “criminele druggerelateerde context” met U.G., een van de sturende en organiserende krachten van een criminele organisatie die zich bezighield met de illegale invoer van cocaïne via reguliere scheepslijnen en de haven van Antwerpen, waren doorslaggevend in de beoordeling dat de advocaat wetens en willens betrokken was bij een criminele organisatie. Volgens de feitenrechter waren die contacten niet te rijmen met een “reguliere advocaat‑cliënt‑relatie” of met een puur vriendschappelijke relatie.
Zo poogde de advocaat via andere advocaten of via journalisten informatie te bekomen en trad hij anderzijds op verzoek van U.G. in contact met de pers om in de media te doen verschijnen dat een ontvreemde partij drugs niet werd “geript” maar door de autoriteiten in beslag genomen.
Goed beseffende dat U.G. belangrijke connecties in de drugwereld had – waarbij het hof van beroep ook verwijst naar de instructies van de advocaat zelf via een geëncrypteerde telefoon om niet te veel te vertellen aan de telefoon – stelde de advocaat handelingen wetende dat hij daardoor deel uitmaakte van die criminele organisatie.
Spanningsveld tussen bijstand en criminaliteit
Met dit arrest zet het Hof van Cassatie het spanningsveld tussen de bijstand van een advocaat in strafzaken en het verglijden in de criminaliteit door die advocaat zelf, op scherp. Een spanningsveld dat volgens sommigen te snel wordt gegenereerd door de advocaat als mededader van zijn cliënt te beschouwen. Het is niet omdat een advocaat een verdachte of beklaagde in rechte bijstaat, dat die advocaat zelf strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld of zelfs maar te vereenzelvigen is met zijn cliënt. Een strafrechtadvocaat dient de belangen van zijn cliënt maximaal te behartigen, zij het wel binnen de wettelijke en deontologische regels.
Handelingen van de advocaat en juridische grenzen
De advocaat mag hierbij de wet niet zelf overtreden of zijn bevoegdheden die hij in kader van zijn bijstandsfunctie heeft, niet afwenden van die centrale doelstelling: de verdediging in rechte van een van een misdrijf betichte persoon. Het kan niet de bedoeling zijn dat een advocaat bewijsmiddelen verbergt of vernietigt of misbruik maakt van zijn vrij verkeer met een aangehouden verdachte om instructies aan diens trawanten door te geven.
Advocaten als mededader of medeplichtige
Advocaten kunnen dus wel degelijk in welbepaalde omstandigheden als (mede)dader of medeplichtige van misdrijven worden beschouwd, hetzij in eigen hoedanigheid (bijvoorbeeld door het beroepsgeheim te schenden of door misbruik van diens inzagerecht in het strafdossier in de zin van artikel 460ter Strafwetboek te maken door informatie uit het onderzoek door te geven aan andere personen dan hun cliënt) hetzij als mededader of medeplichtige in hun hoedanigheid van juridisch raadgever (bijvoorbeeld door advies te geven over bepaalde witwasconstructies in de zin van artikel 505 Strafwetboek).
Lidmaatschap van een criminele organisatie
Maar zelfs zonder misdrijven te plegen of zich hieraan plichtig te maken, kan een (strafrecht)advocaat zelf in het strafrechtelijk vizier komen als lid van een criminele organisatie. Het is dit lidmaatschap van een criminele organisatie in hoofde van de advocaat dat in deze noot centraal staat. Gelet op de inhoud van het geannoteerde arrest gaat de focus hier uit naar de advocaat die optreedt in strafzaken voor leiders of leden van een criminele organisatie, meer bepaald naar de vraag wanneer de advocaat zelf wel dan niet als lid van die criminele organisatie kan worden beschouwd.