Boek I Nieuw strafwetboek
Het nieuwe eerste boek van het Strafwetboek bestaat uit 7 hoofdstukken (artikels 1 t.e.m. 78) en berust op 3 beginselen die de rode draad van de hervorming vormen: accuraatheid – eenvoud – coherentie. Ook de huidige rechtspraak is erin hernomen. De wetgever koos voor een duidelijke, leesbare en coherente tekst om rechtsbeoefenaars in staat stellen om gemakkelijker en transparanter te werken.
Structuur Boek I
Hoofdstuk 1: strafwet
Dit hoofdstuk bevat de algemene bepalingen m.b.t. de strafwet. De 4 artikelen van dit hoofdstuk verankeren een aantal algemene beginselen van het strafrecht: het legaliteitsbeginsel, de toepassing van de strafwet in de tijd, de toepassing van de strafwet in de ruimte en de interpretatie van de strafwet.
Hoofdstuk 2: misdrijf
Het tweede hoofdstuk definieert de constitutieve bestanddelen van het misdrijf. De tekst duidt het materieel bestanddeel, het moreel bestanddeel en het verzwarend bestanddeel. In dit hoofdstuk wordt ook dieper ingegaan op de strafbare poging en de rechtvaardigingsgronden.
Hoofdstuk 3: dader van het misdrijf
Hoofdstuk 3 heeft betrekking op de dader van het misdrijf. Het geeft een definitie van daderschap en deelneming. Daarnaast duidt dit hoofdstuk de doorwerking van verzwarende bestanddelen en verzwarende factoren, de schuldontheffingsgronden en de gronden van niet-toerekeningsvatbaarheid.
Hoofdstuk 4: straffen
Het vierde hoofdstuk bepaalt de straffen. Met een reeks opvallende nieuwigheden: wat betreft de hoofdstraffen zijn er 8 strafniveaus (met een onderscheid tussen natuurlijke personen en rechtspersonen), de gevangenisstraf is het ultimum remedium waarbij de minimumdrempel 6 maanden is, de doelstellingen van de straf zijn wettelijk verankerd.
Er is geen ingewikkeld systeem van correctionalisering meer, er zijn nieuwe begrippen gedefinieerd (zoals verzwarende bestanddelen) en er zijn enkele nieuwe straffen geïntroduceerd zoals de behandeling onder vrijheidsberoving en de verlengde opvolging als toekomstige opvolger van de huidige terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank.
Hoofdstuk 5: burgerrechtelijke bepalingen en beveiligingsmaatregelen.
Hoofdstuk 5 bevat de burgerrechtelijke bepalingen en beveiligingsmaatregelen. De tekst regelt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor de betalingen van een vermogensstraf, de teruggave en schadevergoeding, de hoofdelijkheid, de voorrangsregeling, de verbeurdverklaring als beveiligingsmaatregel, de ontbinding van de rechtspersoon en de onwaardigheid om te erven.
Hoofdstuk 6: tenietgaan en verjaring van straffen en van burgerlijke veroordelingen
Dit hoofdstuk verankert het tenietgaan en de verjaring van straffen en burgerlijke veroordelingen. Het duidt daarbij de verjaringstermijn van de straffen binnen elk strafniveau.
Hoofdstuk 7: diverse bepalingen
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de gevolgen van de veroordelingen uitgesproken in een andere lidstaat van de Europese Unie, de toepassing van de bepalingen van Boek I op Boek II en de bijzondere wetten en de omzetting en bepaling van de strafmaat in bijzondere wetten die geen strafniveau bepalen.
Boek II Nieuw strafwetboek
Boek II omschrijft alle misdrijven en koppelt ze aan één van de strafniveaus uit Boek I. Het boek is getiteld ‘De gemeenrechtelijke misdrijven en hun straffen’ en bestaat uit artikels 79 tot en met 687 van het nieuwe Strafwetboek. Een voorafgaande titel bevat de definities van termen die worden gebruikt in het Strafwetboek. De misdrijven zelf, zijn gegroepeerd onder 8 titels die elk overeenkomen met een apart thema:
- Titel I. Ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht
- Titel 2. Misdaad van ecocide
- Titel 3. Misdrijven tegen de persoon
- Titel 4. Misdrijven tegen de openbare veiligheid
- Titel 5. Valsheden
- Titel 6. Misdrijven tegen het vermogen
- Titel 7. Economische misdrijven
- Titel 8. Misdrijven tegen de Staat en zijn functioneren
Bij de hervorming zijn bepaalde misdrijven gedepenaliseerd, andere gedecriminaliseerd. Er zijn nieuwe misdrijven ingevoerd (bijvoorbeeld ecocide – ‘het opzettelijk plegen, door handelen of nalaten, van een illegale handeling, die ernstige, grootschalige en langdurige milieuschade veroorzaakt’ en verberging van bewijs – ‘het vernietigen, verbergen of aan het onderzoek onttrekken van voorwerpen waarop of waarmee het misdrijf is gepleegd of van andere sporen van het misdrijf of voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen’).
En voor bepaalde misdrijven zijn de straffen of strafbepalingen aangepast om een coherent geheel te vormen in het nieuwe Strafwetboek of om beter in overeenstemming te zijn met de realiteit.
Een aantal strafbepalingen uit bijzondere wetten zijn opgenomen in het nieuwe Strafwetboek, o.a. m.b.t. private milities of misdrijven tegen de internationale betrekkingen, misdrijven inzake de bestraffing van discriminatie en het aanzetten tot haat en negationisme.
Inwerkingtreding
Boeken I en II van het nieuwe Strafwetboek treden in werking ‘2 jaar na de dag van bekendmaking ervan’ in het Belgisch Staatsblad. Dat is op 8 april 2026. Er zijn wel enkele uitzonderingen op deze algemene regels (o.a. voor de artikels m.b.t. de verlengde opvolging).