Abstract multi colored glowing wire mesh wave on a dark background
LegalFiscaliteit & Accounting13 mei, 2024

Over fiscaal recht, academisch onderzoek, publiceren en beleid: een gesprek met Professor Luc De Broe

Fiscaal recht is complex en lijkt vaak een labyrint waar alleen de meest toegewijde experts hun weg kunnen vinden. Professor Luc De Broe is zo’n expert. Als vooraanstaande autoriteit in fiscaal recht heeft hij een aanzienlijke invloed op zowel de academische wereld als de fiscale politiek. Dit interview geeft een unieke inkijk in zijn carrière, de momenten die hem vormden, en zijn invloed op het fiscale beleid.

Prof. De Broe

Functie: gewoon hoogleraar – directeur instituut voor fiscaal recht KU Leuven

Specialisatie: Fiscaal recht, met focus op Europees en internationaal fiscaal recht

Auteur/redacteur van Wolters Kluwer Publicaties: editor en co-auteur van Vademecum Fiscale Falconis, vast auteur voor Algemeen Fiscaal Tijdschrift (AFT) en de nieuwsbrieven Fiscale Actualiteit en Internationale Fiscale Actualiteit

Favoriete boek: “Taxing the Rich” van Scheve en Stasavage

Prof. Luc de Broe
Invloed kunnen uitoefenen op het fiscale beleid was een van de drijfveren om over te stappen naar de academische wereld

Wat was het moment in uw leven waarop u zich realiseerde dat u een passie had voor fiscaal recht en wat heeft u gemotiveerd om uw carrière te wijden aan dit vakgebied?

Prof. De Broe: Het duurde even voordat ik de rechtenopleiding echt boeiend begon te vinden. Het keerpunt kwam tijdens mijn eerste en tweede licentie met vakken zoals handelsrecht, vennootschapsrecht en internationaal publiek recht, gegeven door professor Hans Vanhoutte.

Mijn passie voor fiscaal recht werd gewekt door professor Vanistendael in de tweede licentie. Ik begon te beseffen hoe essentieel belastingen zijn voor het goed functioneren van de staat in al zijn geledingen, en hoe ze een inbreuk vormen op het eigendomsrecht van burgers en bedrijven. Dit verklaart waarom mensen belastingen proberen te vermijden en waarom de wetgever steeds weer moet ingrijpen tegen dergelijk gedrag.

In mijn derde licentie stelde ik een uitgebreid fiscaal programma samen, met vakken zoals vennootschapsbelasting, btw en internationale fiscaliteit waar we toen met hooguit twintig studenten waren. Tegenwoordig zijn dat er vijf tot zes keer zoveel. Mijn professionele focus ging al snel naar internationale fiscaliteit en later naar Europese fiscaliteit.

Uw expertise heeft de fiscale politieke besluitvorming beïnvloed gedurende decennia. Kunt u ons vertellen over een specifiek moment waarop u zich realiseerde dat uw werk een aanzienlijke impact had op het beleid?

Prof. De Broe: Die impact kwam pas toen ik voltijds hoogleraar werd benoemd aan de KU Leuven in 2007. In mijn vorige leven als advocaat lagen mijn prioriteiten elders. Naast de liefde voor het doceren was het invloed kunnen uitoefenen op het fiscale beleid een van de drijfveren om over te stappen naar de academische wereld. Doceren heb ik altijd graag gedaan, in de periode 1990 tot 2007 doceerde ik al het vak 'dubbelbelastingverdragen' aan Ehsal en de Fiscale Hogeschool.

Het ontwerpen van de algemene antimisbruikbepaling in 2012 was wellicht mijn meest significante bijdrage. Nadat ik een modelbepaling had geschreven voor een artikel in een fiscaal tijdschrift, kreeg ik al snel de vraag van toenmalige staatssecretaris voor fraudebestrijding John Crombez om dit in een wettekst te gieten. Dit proces was uitdagend. Ik heb toen geen vrienden gemaakt en er wellicht een deel verloren. Tijdens het wetgevingsproces kwam er veel kritiek: het zou het einde betekenen van de minst belaste weg, een fiscale bazooka zijn en willekeurige behandeling en rechtsonzekerheid veroorzaken voor belastingplichtigen... Maar we hebben doorgezet. Zoals verwacht trokken een hele reeks mensen naar het Grondwettelijk Hof. Dat was de lakmoesproef. Uiteindelijk oordeelde het Hof dat de bepaling in lijn was met de grondwettelijke principes. Dit gaf veel voldoening en deze rechtspraak staat vandaag de dag nog steeds overeind. Een belangrijke fiscale bepaling met een uitzonderlijke houdbaarheid dus!

Het ontwerpen van de algemene antimisbruikbepaling in 2012 was wellicht mijn meest significante bijdrage

U bent auteur van verschillende boeken, onder meer het Vademecum Fiscale Falconis, en bijdragen in Belgische en buitenlandse tijdschriften. Wat is uw favoriete aspect van het schrijfproces en op welk werk bent u het meest trots?

Prof. De Broe: Ik ben vrij vroeg beginnen schrijven. Mijn eerste artikel verscheen in het Algemeen Fiscaal Tijdschrift (AFT) van 1984. Het ging over geheime commissielonen, ik vond dat een mysterieus begrip dat nadere uitdieping verdiende. 

Als advocaat kwam ik dagelijks in aanraking met complexe vraagstukken die vele invalshoeken en dimensies hadden, maar moest voor de cliënt die keuzes maken die zijn zaak het beste dienden. Veel aspecten bleven dus onderbelicht, en dat motiveerde mij om deze onderwerpen grondiger uit te diepen in publicaties.

De publicatie waar ik het meest trots op ben — vanwege mijn uithoudingsvermogen — is mijn jaarlijkse kroniek over de Belgische rechtspraak inzake de toepassing en de interpretatie van onze dubbelbelastingverdragen. Ik ben er aan begonnen in 1990 en heb dit zonder onderbreking voortgezet tot op de dag van vandaag. Ik ben Wolters Kluwer heel dankbaar dat zij zonder aarzelen mijn kroniek in 2016 hebben overgenomen, nadat de vorige uitgever ermee stopte. Nu wordt deze jaarlijks gepubliceerd in het AFT.

Hoe heeft uw decennialange praktijkervaring uw benadering van het academische werk beïnvloed, en vice versa?

Prof. De Broe: Dankzij meer dan 40 jaar praktijkervaring als advocaat kan ik bij wijze van spreken elk artikel uit het wetboek of een internationaal verdrag in de colleges voor de studenten illustreren met een geval uit mijn praktijk. Ik pas de feiten dan aan en anonimiseer de namen van de betrokken partijen om mijn beroepsgeheim niet te schenden. Omgekeerd moet je als academicus zin voor detail hebben en nauwkeurigheid nastreven, en dat heb ik als advocaat ook steeds gedaan.

 

Een van de meest belonende aspecten van mijn rol is wanneer voormalige studenten mij vertellen dat ze voor een carrière in het fiscale beroep hebben gekozen omdat onze wegen elkaar hebben gekruist

Welke rol speelt mentor zijn voor u, en kunt u ons een bijzonder moment delen waarop u zag dat uw begeleiding een verschil maakte in het leven van een student of collega?

Prof. De Broe: Als professor ben ik dagelijks intensief betrokken bij jonge mensen, studenten, assistenten en doctorandi, die het fiscaal recht willen aanleren en doorgronden om die kennis toe te passen in hun toekomstige carrières. Het is mijn taak om niet alleen de passie voor fiscaal recht over te brengen, maar ook om hen te voorzien van de kennis en het kritische denkvermogen dat nodig is in dit veld.

Een van de meest belonende aspecten van mijn rol is wanneer voormalige studenten mij vertellen dat ze voor een carrière in het fiscale beroep hebben gekozen omdat onze wegen elkaar hebben gekruist. Of wanneer een assistent, na jaren van intensief onderzoek en de onvermijdelijke uitdagingen, zijn doctoraat succesvol verdedigt en ik daar als promotor deel van uit mag maken. Deze momenten bevestigen de waarde van mentorship in de academische wereld.

Hoe ziet u uw eigen rol als brug tussen academici en beleidsmakers, en hoe denkt u dat deze rol in de toekomst kan evolueren?

Prof. De Broe: Beleidsmakers weten dat zij op mij een beroep kunnen doen, vooral op het gebied van antimisbruikwetgeving en de interactie tussen nationaal, internationaal en Europees recht, inclusief staatsteun en de implementatie van Europese richtlijnen in nationale wetgeving, maar ik hoop dat mijn opvolgers deze belangrijke rol voor een academicus succesvol zullen voortzetten.

Beleidsmakers weten dat zij op mij een beroep kunnen doen, vooral op het gebied van antimisbruikwetgeving en de interactie tussen nationaal, internationaal en Europees recht en de implementatie van Europese richtlijnen in nationale wetgeving
Back To Top