Gavel (rechterhamer)
Juridisch13 juni, 2023

“Het milieustrafrecht snakt naar eenduidige regels”

In gesprek met advocate Renate Croes

“Hoe kan je verwachten dat iemand zijn of haar gedrag gaat afstemmen op normen waarin zelfs de wetgever niet heeft kunnen voorzien?” Advocate Renate Croes maakt zich zorgen over de invoering van de algemene zorgplicht in artikel 1.7a Omgevingswet (Ow). Deze zorgplicht maakt strafrechtelijke vervolging mogelijk op basis van normen die vooraf niet zijn gespecificeerd. Tijdens een interview met ons ging zij onder andere in op de algemene zorgplicht, het specialistische karakter van het milieustrafrecht en de frustratie van bedrijven over de tegenstrijdige signalen die zij vanuit verschillende wetgevende en handhavende overheden ontvangen.

Renate CroesRenate Croes werkt al bijna 20 jaar als strafrechtadvocaat en is expert op het gebied van het omgevingsstrafrecht. Zij is redacteur van het tijdschrift Milieu & Recht en becommentarieert het onderdeel milieustrafrecht in de uitgave Thema’s van omgevingsrecht (Thom).

Het milieustrafrecht vormt een klein onderdeel van het omgevingsrecht en bevindt zich op het snijvlak tussen het omgevingsrecht en het strafrecht. Waarom staan deze regels in de Omgevingswet?
“Het milieustrafrecht vindt al sinds jaar en dag plaats via enerzijds het commune strafrecht, het Wetboek van Strafrecht, en anderzijds via bijzondere milieuwetten en de Wet op de Economische Delicten. Veel bijzondere milieuwetten gaan straks op in de Omgevingswet en zullen dan niet meer via al die verschillende milieuwetten worden gesanctioneerd. Het sanctioneren loopt dan via de Omgevingswet en de Wet op de Economische Delicten. Binnen het milieustrafrecht heb je te maken met specialistische wet- en regelgeving en dat blijft ingebed in het klassieke systeem van het strafrecht. Milieustrafrecht is dus in zekere zin een vreemde eend in de bijt binnen het geheel van het omgevingsrecht dat vooral bestuursrechtelijk is ingegeven. Sinds een jaar maak ik onderdeel uit van de redactie van het tijdschrift Milieu & Recht. Dat is interessant, omdat ik tijdens redactievergaderingen informatie meekrijg over ontwikkelingen binnen het andere omgevings- en bestuursrecht.”

De Omgevingswet wordt ingevoerd per 1 januari 2024. Vind jij dit een goede beslissing?
“Nu die trein op volle snelheid rijdt en niet meer te stoppen is in mijn ogen, is het goed dat er een datum voor de definitieve inwerkingtreding is vastgesteld. Ik merk ook dat de praktijk meer bezig is met de voorbereiding op de veranderingen nu de datum voor inwerkingtreding is vastgesteld.

Vanuit mijn strafrechtelijke invalshoek vraag ik mij af of het een goed idee was om de Omgevingswet te ontwerpen. Het idee achter de Omgevingswet is de vereenvoudiging van de lappendeken, maar ik vind het geheel er niet persé gemakkelijker op worden. Ik vind het huidige systeem redelijk overzichtelijk en kan er goed mee uit de voeten. In feite is het nieuwe systeem op het gebied van het milieustrafrecht niet heel anders dan het huidige systeem. Zoals gezegd, gaan strafbare gedragingen uit de huidige bijzondere milieuwetten straks op in de Omgevingswet, zodat deze gedragingen via de Omgevingswet en de Wet op de Economische Delicten strafbaar worden gesteld. Deze veranderingen zouden makkelijk terug te vinden moeten zijn via een transponeringstabel.”

De algemene zorgplicht van artikel 1.7a Ow levert volgens mij strijd op met het legaliteitsbeginsel.

Zijn er in de Omgevingswet veranderingen op het gebied van het milieustrafrecht waar jij je zorgen over maakt?
“De invoering van de verbodsbepaling van artikel 1.7a Ow is een belangrijke wijziging ten opzichte van de huidige situatie. Dit artikel is opgenomen als strafrechtelijk vangnet voor alle handelingen waarin de wetgever niet heeft voorzien. Dat roept belangrijke vragen op. Het strafrecht geldt als ultimum remedium en is een ingrijpend instrument om mensen en bedrijven strafrechtelijk aan te spreken als zij zich niet volgens de geldende normen hebben gedragen. Als voorwaarde voor de strafrechtelijke vervolging geldt dat mensen en bedrijven hun gedrag wel op voorhand op normen hebben kunnen afstemmen. Daar is geen sprake van als de overheid op basis van de nieuwe zorgplichtbepaling gaat handhaven, want hierbij gaat het om normen die niet op voorhand werden voorzien. Dit levert volgens mij strijd op met het legaliteitsbeginsel. Daan Doorenbos, hoogleraar Ondernemingsstrafrecht aan de Radboud Universiteit te Nijmegen, oordeelde eerder dat het artikel te onbepaald is. Daar sluit ik mij volledig bij aan.

Bedrijven en bestuurders kunnen straks strafrechtelijk vervolgd worden vanwege de overschrijding van de algemene zorgplicht, ook als zij zich aan alle vastgelegde regels en vergunningsvoorschriften houden. Een strafrechtelijke vervolging is naar haar aard ingrijpend en veelomvattend. Het afschrikwekkende effect zit niet in de hoogte van de boetes, maar heeft met name te maken met het ondergaan van het strafproces. Als je terecht staat en veroordeeld wordt kan het daarna lastig zijn om financieringen rond te krijgen en vergunningen te verkrijgen. Daarnaast heb je te maken met een publieke veroordeling en reputatieschade, zelfs als je zou worden vrijgesproken. Er zijn bedrijven die vanwege hun aard te maken hebben met milieuwetgeving, zoals chemiebedrijven en de metaal- en afvalindustrie. Ik vraag mij af of bestuurders zich straks nog wel durven te binden aan dergelijke bedrijven. Zij lopen een persoonlijk risico en na de invoering van de Omgevingswet ziet die persoonlijke aansprakelijkheid zelfs op gedragingen waarvan zij niet konden weten dat dit een normschending zou kunnen opleveren.

Ik vraag mij af of bestuurders zich straks nog wel durven te binden aan bedrijven die naar hun aard veel met het omgevingsrecht te maken hebben.

Zit de kans op strafrechtelijke vervolging de bedrijfsvoering in de weg?
“Regelgeving in het milieustrafrecht kan zeer complex zijn. Of een bepaalde gedraging is toegestaan is vaak niet rechttoe rechtaan vast te stellen, dat kan een zeer ingewikkelde en technische kwestie zijn. Bedrijven zijn over het algemeen niet zo bezig met de vraag of een bepaalde gedraging formeel gezien een strafbaar feit oplevert. Zij denken in termen: is de gedraging toegestaan of niet? Het maakt voor hen meestal niet uit of de norm bestuursrechtelijk of strafrechtelijk is ingebed. Er zijn uiteraard bedrijven die het erom doen, die lak hebben aan regels en structureel strafbare feiten plegen. In de afgelopen 20 jaar ben ik echter zelden zo’n bedrijf tegengekomen. Soms is een bedrijf op een bepaald onderdeel net iets te calculerend geweest, maar over het algemeen merk ik dat bedrijven de regels willen volgen.

Mijn ervaring in milieustrafzaken is dat aan zowel de wetgevende als aan de handhavende kant van de overheid helaas veel tekortkomingen zijn. De vergunningverlener stelt geregeld onduidelijke of zelfs onjuiste regels op. Vervolgens interpreteren handhavende instanties deze regels totaal anders en geven verschillende signalen aan het bedrijf af.

Ik vrees dat de algemene zorgplichtbepaling ervoor gaat zorgen dat overheden hun eigen tekortkomingen onder artikel 1.7a Ow gaan schuiven.

Wat zou de overheid kunnen doen om ervoor te zorgen dat bedrijven zich goed aan de regels kunnen houden?
“Wat bedrijven volgens mij echt zou helpen is als zij vaker met overheden om de tafel kunnen zitten om te praten over wat wederzijds wenselijk en haalbaar is. De overheid loopt soms op eieren, omdat alles wat besproken wordt publiek gemaakt kan worden. Daarnaast wil de overheid volgens mij niet de schijn wekken dat zij teveel met bedrijven meedenken en geen oog te hebben voor andere belanghebbenden. Daardoor geven ambtenaren binnen de overheden de hete aardappel door en is er uiteindelijk niemand binnen de overheid die probleemeigenaar is. Dat heeft onder andere tot gevolg dat de ene instantie aangeeft dat een bepaalde handeling is toegestaan en de strafrechtelijke autoriteit een half jaar later vertelt dat deze gedraging strafbaar is.

Mijn ervaring is dat bedrijven snakken naar duidelijke, redelijke en goed haalbare regels, mét daarbij een consequente en eenduidige overheid. Ik vrees dat de invoering van artikel 1.7a Ow een mogelijkheid voor de overheid creëert om haar eigen tekortkomingen af te dekken. ‘Is het niet goed geregeld? Dan leggen we toch artikel 1.7a Ow ten laste?’ Het lijkt me niet de bedoeling om tekortkomingen binnen de overheid op de burger af te wenden, zeker niet binnen het strafrecht dat, als gezegd, een heel ingrijpend instrument met zeer grote gevolgen is.”

Tekst & Commentaar Omgevingswet is nu beschikbaar. Wil je snel je weg vinden in het nieuwe stelsel van de Omgevingswet? Binnenkort wordt de transponeringstabel beschikbaar gemaakt als online tool. Met deze tool zie je in een handomdraai wat het nieuwe artikel is.

Back To Top