AdobeStock_95065574.jpeg
Legal16 september, 2024

Preferentiële toewijzing gezinswoning voortaan mogelijk voor wettelijke samenwoners

Ook wettelijke samenwoners moeten de mogelijkheid krijgen om bij relatiebreuk de preferentiële toewijzing van de gezinswoning te bekomen. Dat besliste het Grondwettelijk Hof in een arrest van 20 juni 2024.

Auteur: Eric De Bock, De Juristenkrant van 11/09/2024 via Jura

Erik De Bock is substituut-procureur des Konings bij het parket Antwerpen. De in deze bijdrage ingenomen standpunten binden enkel de auteur.

Een koppel woont wettelijk samen en koopt tijdens het samenwonen gezamenlijk een gezinswoning in onverdeelde mede-eigendom aan. Het komt tot een relatiebreuk, onder meer omdat zich binnen het gezin feiten van partnergeweld hebben afgespeeld. In een van de opgestarte dossiers rond het partnergeweld, opteerde het parket van Luik, afdeling Verviers om voor deze feiten de procedure bemiddeling en maatregelen (artikel 216ter S.V.) toe te passen. Beide echtgenoten verzochten de familierechtbank afzonderlijk om dringende en voorlopige maatregelen. De partijen vroegen eveneens om de preferentiële toewijzing van de gezinswoning die zij tijdens hun relatie in onverdeeldheid aankochten. Wettelijk gezien kon de familierechtbank daarop niet ingaan omdat die vordering enkel voor gehuwden open staat (artikel 2.3.14 BW). 

Die wettelijke onmogelijkheid bracht de familierechtbank van Verviers ertoe om twee prejudiciële vragen te stellen aan het Grondwettelijk Hof over artikel 2.3.14 BW. Vooreerst wilde de familierechtbank van het Grondwettelijk Hof vernemen of artikel 2.3.14 BW het gelijkheidsbeginsel al dan niet schendt doordat het niet voorziet in de mogelijkheid voor wettelijke samenwoners om de preferentiële toewijzing van de gezinswoning te vragen als zij onverdeeld mede-eigenaar zijn van de gezinswoning op het ogenblik van de relatiebreuk. 

Als er een schending van het gelijkheidsbeginsel zou voorliggen, wilde de verwijzende rechter ook vernemen of het gelijkheidsbeginsel al dan niet geschonden wordt doordat de vordering tot preferentiële toewijzing van de gezinswoning in geval van partnergeweld enkel mogelijk is als de verdachte definitief voor deze feiten wordt veroordeeld en dus onmogelijk is als het dossier van het partnergeweld door het parket via een succesvol doorlopen van de procedure van bemiddeling en maatregelen werd afgehandeld. Het Hof beantwoordde beide prejudiciële vragen bevestigend.

Solidariteit tussen ex-partners

De wettelijke regeling inzake de preferentiële toewijzing van de gezinswoning kende op het stuk van zijn toepassingsgebied al een hele wettelijke evolutie. Aanvankelijk bestond deze mogelijkheid enkel voor echtgenoten die opteerden voor een gemeenschapsstelsel. Onder impuls van een arrest van het Grondwettelijk Hof uit 2013 breidde de wetgever de regeling in 2018 uit naar alle echtgenoten, ongeacht het huwelijksvermogensstelsel waarvoor zij hebben gekozen.

Hoewel de gezinswoning tijdens een wettelijke samenwoonst een gelijkaardige bescherming geniet als degene die geldt tijdens het huwelijk, ontbreekt op dit ogenblik de mogelijkheid voor wettelijk samenwoners om na de relatiebreuk de preferentiële toewijzing van de gezinswoning te vragen. Voor dit verschil in behandeling bestaat geen verantwoording in de parlementaire voorbereiding. Het Grondwettelijk Hof meent dat...

Verder lezen? Op Jura!

Lees de volledige bijdrage op Jura.

Legalworld

Legalworld Newsletter

Ontvang net als 7.500 andere experts maandelijks het meest recente nieuws en krachtige inzichten uit de juridische sector.
Back To Top