1. MIA, EIA en Vamil: milieuvriendelijke en energiezuinige technieken
Met de MIA (Milieu-investeringsaftrek) en Vamil (Willekeurige afschrijving milieu-investeringen) kunnen ondernemers voordelig investeren in milieuvriendelijke technieken. De EIA (Energie-investeringsaftrek) ondersteunt investeringen in energiezuinige technieken en duurzame energie. In beide gevallen kun je een kortingspercentage krijgen op je fiscale winst. Het kabinet was positief in zijn evaluatie over de EIA, MIA en de Vamil. Daarom heeft het kabinet de drie regelingen met vijf jaar verlengd tot en met 31 december 2028. Wel wordt het percentage belastingaftrek van de EIA per 1 januari 2024 verlaagd naar 45,5 naar 40 procent. Het budget wordt flink en structureel verhoogd, voor de EIA is dat per 2025 en bij de MIA per 2025 en 2027. Van Dongen: “Voor de EIA en MIA houdt de overheid lijsten bij van investeringen die vallen onder die regelingen en dus belastingaftrek krijgen. Je kunt online opzoeken of jouw investering onder de regeling valt. Je kunt bijvoorbeeld de aanschaf van een industriële droger of mixer in aanmerking laten komen voor belastingaftrek. De Vamil gaat specifiek over het afschrijven van de investeringskosten.”
2. SDE++: verschil verkleinen tussen fossiele en hernieuwbare energie
Het kabinet trekt in zijn begroting voor 2024 8 miljard euro uit voor het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie (SDE++). “Deze regeling geldt voor hernieuwbare elektriciteit, gas, CO2-reductie en het opwekken van warmte”, legt Van Dongen uit. “Ook daar kun je weer uit technieken kiezen waarvoor je subsidie kunt krijgen. Op basis van je keuze kun je de SDE++-bijdrage bepalen. Bedoeling van de wetgever is om het gat te verkleinen tussen de hernieuwbare en de fossiele variant, waardoor het rendabeler wordt om gebruik te maken van die duurzame technieken.”
3. VEKI: terugverdientijd langer dan vijf jaar
De regeling Versnelde klimaatinvesteringen in de industrie (VEKI) krijgt in 2024 ook een vervolg. “Dit gaat over bewezen technologie die CO2 bespaart, maar waarbij de terugverdientijd langer is dan vijf jaar. Dit moet ondernemers die bijvoorbeeld met een recyclingtechnologie of afvalstromen aan de slag willen gaan over een drempel heen helpen. In een rekenmodel moet je bij aanvraag schetsen wat je denkt dat de opbrengsten zijn in die vijf jaar en welke kosten met de investering gemoeid gaan. De VEKI kun je onder meer aanvragen voor projecten die energie-efficiëntie verhogen of recycling toepassen.” Wat het budget wordt voor deze regeling, heeft het kabinet nog niet bekendgemaakt. “Onder voorbehoud: dit zou wel eens hetzelfde bedrag als dit jaar kunnen worden, ongeveer 140 miljoen euro.”
4. TSE: pilot- en demonstratieprojecten
Het programma Topsector energieprojecten (TOPENERGIE, ook wel TSE genoemd) gaat over innovatieve projecten voor de productie van hernieuwbare energie of het besparen van CO2. Het programma heeft verschillende onderdelen, waarvan we er twee uitlichten. De eerste is de Demonstratieregeling Energie-en Klimaatinnovatie (DEI+) waar 100 miljoen euro voor is klaargezet voor 2024. “De DEI+ is bedoeld om pilots en demonstratieprojecten te financieren”, vertelt Van Dongen. Als tweede is er de zogeheten Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI). “Deze regeling is in 2023 niet open geweest, maar stelt het kabinet in 2024 wel weer open. MOOI gaat over grote ontwikkelprojecten in samenwerkingsverbanden. Dat kan bijvoorbeeld een windpark zijn. Nu denk je wellicht dat dat niet relevant voor het mkb is, maar ervaring leert dat in dergelijke projecten in een consortium mkb en grootbedrijf vaak samenwerken.”
5. NIKI: alternatieve technologie buiten bestaande regelingen
In 2024 stelt het kabinet ook de Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI) open. De NIKI is gericht op grotere CO2-reducerende projecten met alternatieve technologie die niet in de bestaande regelingen passen, vaak vanwege het unieke karakter. Daar ligt 242 miljoen euro voor klaar. Van Dongen: “Voor sommige innovaties is geen plaats binnen de DEI+ en de VEKI, terwijl deze wel veelbelovend zijn. Daar is deze regeling voor.” De RVO voert deze regeling uit. “Als je niet weet of jouw project bij één van de regelingen past, dan kun je dat altijd aan hen vragen. Eventueel met daarbij hulp van een subisidieadviseur. Daar helpen ze je graag verder, ook omdat ze graag willen dat de budgetten betaald met belastinggeld goed terechtkomen.”
6. ISDE: verduurzamen bedrijfspand
Het budget van de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) wordt voor de komende jaren verhoogd met 1,38 miljard euro. “Je hebt hier een particuliere en een bedrijfsvariant van”, zegt subsidie-expert Van Dongen. “Bij de bedrijfsvariant gaat het om het verduurzamen van je bedrijfspand. Deze regeling loopt al jaren en blijkt doeltreffend te zijn. Daarom gaat het kabinet ermee door. Deze regeling is vrij rechttoe rechtaan en eenvoudig aan te vragen.”
7. MIT: regionale subsidies voor innovaties in mkb
Voor de Mkb Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) trekt het ministerie van Economische Zaken de komende jaren flink meer budget uit. Van Dongen: “Dit gaat over innovatie in meerdere sectoren, waaronder gezondheidzorg, digitalisering, maar dus ook duurzaamheid. De regeling is puur voor het mkb, het grootbedrijf mag er niet aan meedoen. De meeste subsidies worden regionaal aangevraagd door mkb’ers die met elkaar samenwerken aan een nieuw product of een nieuw proces. Eerder lag de nadruk op samenwerking binnen je eigen regio, maar nu komt er ook meer ruimte voor samenwerkingen over regionale grenzen heen. Bijvoorbeeld als je als ondernemer in Brabant wilt samenwerken met een ondernemer in Overijssel.”
8. Nationaal Groeifonds
Het kabinet blijft via het Nationaal Groeifonds (20 miljard euro) de vernieuwing van economie bevorderen. Van Dongen: “Er gaat in deze regeling veel geld om en dat zorgt voor financiering van prachtige, innovatieve projecten. Echter, ik moet zeggen dat deze regeling minder toegankelijk is voor het mkb. Er gaat veel werk zitten in de aanvraag terwijl er een hoog risico is dat je het niet haalt. Mocht je het wel krijgen, dan gaat het vaak ook over een grote bijdrage. Kortom, high risk, high gain.”
9. AanZET en SSEB: schone vrachtwagens of bouwmachines
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat haalt voor 2024 geld naar voren voor ondernemers die willen overstappen naar een schone vrachtwagen of bouwmachine: 27 miljoen euro voor elektrische vrachtwagens en 6 miljoen voor schone bouwmachines. De Aanschafsubsidieregeling zero-emissie trucks (AanZET) en de Subsidieregeling schoon en emissieloos bouwmaterieel (SSEB) waren afgelopen jaar namelijk zo populair, dat tal van goede plannen van Nederlandse ondernemers afgewezen dreigden te worden. “De budgetten waren op in een paar dagen”, verklaart Van Dongen. “Dit is wel typisch een subsidie waar je, ook bij de volgende ronde, snel bij moet zijn. Je moet daarbij de aanvraag van tevoren voorbereiden en meteen op de eerste dag indienen. De verdeling gaat op basis van het uitgangspunt wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Dat indienen kan dan wel die hele dag.” Wanneer deze regeling precies opengaat, is nu nog niet duidelijk.
10. Just Transition Fund: transitie naar alternatieven
Tot slot een tiende regeling die niet op Prinsjesdag werd vermeld, maar die Van Dongen-Timmers niet onvermeld wil laten: het Just Transition Fund (JTF). Dat is een fonds vanuit de Europese Unie voor een rechtvaardige transitie. Deze moet bijdragen aan de overgang naar een klimaatneutraal Europa. In de periode 2021 tot en met 2027 maakt Nederland in totaal aanspraak op 623 miljoen euro. “Ondernemers in specifieke gebieden die sterk afhankelijk zijn van de fossiele industrie, kunnen daar aanspraak op maken. Denk aan Chemelot, Moerdijk, Rijnmond, Vlissingen en de Eemshaven in Groningen. Het idee is dat er in die regio’s die de grootste klappen krijgen van de grondstoffen- en energietransitie, alternatieven moeten ontstaan. Denk aan ‘groene’ chemie- of waterstofprojecten. Het is best complex om hier een aanvraag voor te doen, maar niet zo complex als bij het Nationale Groeifonds.”
Adviseer jij als accountant ondernemers op het gebied van duurzame investeringen en wil je meer weten over de verschillende subsidiemogelijkheden? Dan is samenwerken in een adviestraject met een expert een goede keuze. Innovencio heeft veel ervaring in het vinden van de meest optimale subsidie én voor een goede projectbegeleiding.