7 vragen aan Willem Verrijdt, Rechter in het Grondwettelijk Hof, praktijklector aan de KU Leuven
Nieuwe ontwikkelingen becommentariëren en geannoteerde wetboeken updaten dwingt tot continu bijhouden en verwerken van relevante rechtsbronnen
7 vragen aan Willem Verrijdt, Rechter in het Grondwettelijk Hof, praktijklector aan de KU Leuven
Willem Verrijdt
Functie: Rechter in het Grondwettelijk Hof, praktijklector aan de KU Leuven
Specialisatie: Grondwettelijk recht
Auteur/redacteur van Wolters Kluwer Publicaties: Redactiesecretaris en auteur Tijdschrift voor Bestuurswetenschappen en Publiekrecht; redactielid en auteur Artikelsgewijze Commentaar Publiek Procesrecht
Favoriete boek/publicatie: Schaaknovelle van Stefan Zweig (1941)
Hoe kwam jouw eerste publicatie tot stand?
In tweede licentie, academiejaar 2002-2003, schreef ik onder begeleiding van professor André Alen mijn seminariewerk staatsrecht over het Elfde Protocol bij het EVRM. Hij heeft mij aangemoedigd om het in Jura Falconis te publiceren. Achteraf bekeken is die keuze voor het seminarie staatsrecht nogal bepalend geweest, want in september 2004 werd ik zijn assistent aan de KU Leuven en in februari 2008 zijn referendaris in het Grondwettelijk Hof. We werken vandaag nog steeds samen, onder meer aan TBP en de International Encyclopaedia of Constitutional Laws.Wat betekent het schrijven voor jou? Wat zijn je persoonlijke drijfveren?
Het is vooral een goede manier om up to date te blijven. Nieuwe ontwikkelingen becommentariëren en geannoteerde wetboeken updaten dwingt tot het continu bijhouden en verwerken van de relevante rechtsbronnen. Daarnaast laten editorswerk en co-auteurschap ook toe om in contact te blijven met collega’s van andere instellingen en universiteiten en met hun frisse ideeën en afwijkende meningen.Hoe heb je de balans life/work/auteurschap gecombineerd?
Dat is misschien wel voor verbetering vatbaar. Naast een voltijdse job en af en toe wat onderwijs is publiceren toch vooral avond-, weekend- en vakantiewerk. Met een zoontje in de lagere school en een echtgenote die ook een drukke job heeft, moeten de grootouders vaak bijspringen. Maar voor één hobby tracht ik toch altijd tijd te maken, en dat is de schaakcompetitie op vrijdagavond.Wat maakt iemand een goede auteur?
Jezelf steeds voor ogen houden dat je voor de lezer schrijft en niet voor jezelf. Die lezers hebben de behandelde materie niet even exhaustief onderzocht als de auteur; integendeel, ze gebruiken zijn publicatie net om zich snel in die materie in te werken. Een onleesbare tekst is tijdverlies. Voor een leesbare juridische publicatie zijn een voldoende afgebakende onderzoeksvraag en een daarop toegespitste heldere structuur essentieel, net zoals aandacht voor korte zinnen en het vermijden van nodeloos moeilijke woordenschat. En vooral: het herhaaldelijk herlezen en herschrijven van de eerste tekstversies, waarbij ook het schrappen van overbodige passages en het inkorten van te lange voetnoten belangrijke aandachtspunten zijn. Het belangrijkste onderscheidende kenmerk van goede auteurs is wellicht dat zij verbanden leggen die anderen nog niet gezien hebben en dat zij creatieve oplossingen bedenken voor de vastgestelde problemen.Welke tips geef je (jongere) auteurs die nog aan het begin staan van hun schrijfcarrière?
De kracht van een goede publicatie ligt in het werk dat de auteur verricht voor het eigenlijke schrijfwerk aanvat: veel bronnen opzoeken en verwerken om de materie vanuit voldoende diverse invalshoeken te kunnen bekijken, op zoek gaan naar lacunes in de bestaande rechtsleer, de onderzoeksvraag, een aangepaste methodologie en een pertinente structuur scherp stellen, etc. Spijtig genoeg staat die manier van werken, waarbij de auteur heel wat werk moet verzetten voor hij met zichtbare resultaten kan komen, onder druk in de huidige academische context met zijn hoge publicatiedruk en gekwantificeerde outputmetingen die vooral op de jongere auteurs wegen.Voor een leesbare juridische publicatie zijn een voldoende afgebakende onderzoeksvraag en een daarop toegespitste heldere structuur essentieel, net zoals aandacht voor korte zinnen en het vermijden van nodeloos moeilijke
woordenschat.
Wat verwacht je van online publiceren (in de toekomst) en wat betekent dat voor de rol van de auteur zoals we die nu kennen?
De online beschikbaarheid van rechtsbronnen wordt alsmaar belangrijker voor onderzoekers en praktizijnen. Er wordt enorm veel gepubliceerd, maar weinig bedrijven en instellingen hebben nog het budget of de kantoorruimte om gigantische papieren bibliotheken aan te houden. Daarnaast raakt telewerk alsmaar meer ingeburgerd en verwacht men van de jurist alsmaar sneller pasklare oplossingen. Dat kan alleen als die snel online de relevante rechtsbronnen terugvindt. Maar ook voor de auteurs is die online zichtbaarheid belangrijk, want een publicatie die minder gemakkelijk raadpleegbaar is, dreigt in de reeds vermelde ratrace ook minder vaak geraadpleegd en geciteerd te worden.
Welke rol zie je weggelegd voor Wolters Kluwer als uitgever in het algemeen?
In het licht van het voorgaande moeten de juridische uitgevers, als ze hun verdienmodel willen bewaken, nadenken over de meerwaarde die ze nog kunnen bieden. De juistheid en actualiteit van de aangeboden informatie garanderen is zo een meerwaarde. Andere kanalen van online juridische informatie kunnen die accuraatheid vaak niet bieden. Een andere meerwaarde is de volledigheid van het aangeboden materiaal. Om die volledigheid te garanderen, zouden ook de rechtsbronnen die in open access beschikbaar zijn en de blogposts via de juridische databanken ontsloten kunnen worden, uiteraard zonder die open access zelf in het gedrang te brengen. En een derde meerwaarde is de hulp die een goede juridische zoekdatabank aan haar gebruikers biedt om de meest relevante bronnen te vinden en te verwerken. Op dat vlak bieden de huidige AI-ontwikkelingen wellicht kansen.