Brandveiligheid in gebouwen waar meerdere bedrijven samen gevestigd zijn
Wat zegt de wet?
In hoofdstuk III ‘Bijzondere bepalingen betreffende tewerkstelling op eenzelfde arbeidsplaats of op aanpalende of naburige arbeidsplaatsen’ van de Welzijnswet (4 augustus 1996) staat onder artikel 7, §1:
"Verschillende ondernemingen of instellingen die bedrijvig zijn op eenzelfde arbeidsplaats waar werknemers werken, ongeacht of ze daar al dan niet zelf werknemers tewerkstellen, zijn ertoe gehouden:
a) Elkaar wederzijds de nodige informatie te geven inzonderheid betreffende, naargelang het geval:
b) De maatregelen welke zijn genomen voor de eerste hulp, de brandbestrijding en de evacuatie van de werknemers en de aangeduide personen die belast zijn met het in praktijk brengen van deze maatregelen."
En aansluitend onder § 2: "Verschillende ondernemingen of instellingen die bedrijvig zijn op aanpalende of naburige arbeidsplaatsen, gelegen in eenzelfde onroerend goed met gemeenschappelijke uitrustingen, toegangs-, evacuatie- of reddingsvoorzieningen, werken samen en coördineren hun optreden met betrekking tot het gebruik en desgevallend het beheer van deze uitrustingen en voorzieningen die een invloed kunnen hebben op de veiligheid en de gezondheid van de werknemers die op deze arbeidsplaatsen werken."
Wat betekent deze wetgeving concreet?
Niet alleen de bedrijven op zich dienen te voldoen aan de voorschriften van de Code, Boek III, Titel 3. Brandpreventie op de arbeidsplaatsen, maar ook moet een gezamenlijk brandpreventiedossier worden opgemaakt naast de dossiers voor de bedrijven zelf. De verantwoordelijkheid ligt hier bij de beheerder van het gebouw/complex, die een compleet uitgewerkt dossier beschikbaar moet hebben en het interne noodplan en het interventiedossier moet opmaken voor de volledige entiteit.Daarbij moet bijzondere aandacht worden gegeven aan de onderlinge brandrisico’s, de gezamenlijke vluchtwegen en nooduitgangen en de bereikbaarheid ervan, alsook aan de beschikbare brandbeschermingsmiddelen - met bijzondere aandacht voor rookmelders en zelfsluitende branddeuren tussen de compartimenten.
Speciale aandacht moet ook naar de evacuatieoefeningen gaan: minstens éénmaal per jaar dient een volledige evacuatie uitgevoerd te worden, maar die kan eventueel in fasen gebeuren als in de nodige compartimentering voorzien is. Deze oefening komt eveneens in aanmerking voor de individuele oefening van elk bedrijf. Een goede afstemming en samenwerking zijn dus noodzakelijk.
Adviesverlening versus arbeidswetgeving
Doorgaans volgt men in dergelijke gebouwen enkel de adviezen van de zonale brandweer. De brandweer heeft echter geen enkele bevoegdheid op het vlak van arbeidswetgeving. Als de bevoegde overheid een controle vraagt, kan de brandweer alleen een brandpreventieverslag opstellen (Omzendbrief van 1 december 2016) betreffende het brandpreventieverslag en de adviesverlening door de hulpverleningszones – BS 18 januari 2017).
De adviesverlening gebeurt op basis van art. 3 of art. 4 van het KB van 19 december 2014 tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones.
In artikel 1 van de omzendbrief van 01/12/2016 staat duidelijk vermeld dat deze adviesverlening vrijblijvend is, en enkel betrekking heeft op de bestaande reglementering inzake brandvoorkoming.
De controle vindt plaats op basis van art. 5 van KB van 19 december 2014.
Wanneer een overheid een beslissing wil nemen over een controle door de hulpverleningszone, dan is een brandpreventieverslag vereist. Het feit dat de brandweer een gebouw of een site als conform beschouwt, ontslaat de eigenaar/beheerder niet van eventuele punten die niet opgemerkt werden door de hulpverleningszone, bijvoorbeeld deze die door de arbeidswetgeving worden opgelegd.
Een verwittigd man is er twee waard!
Lees meer op senTRAL:
- Evacuatiewegen: overzicht reglementering en voorbeelden uit de praktijk
- Affiche: Nooddeur en brandwerende deur: verhinder nooit de doorgang of het sluiten
- Affiche: Instructies bij brand
Auteur: Marc Aspeslagh