Hoe pakt u een veiligheidsrondgang het best aan? Enkele tips & tricks
1. Bepaal de focus
Bepaal op voorhand de doelstelling en de aandachtspunten van de rondgang: wat wilt u te weten komen? De doelstelling kan zijn om het aantal arbeidsongevallen te verminderen. Als uit recente statistieken bijvoorbeeld blijkt dat er veel bijna-ongevallen en incidenten plaatsvonden bij het gebruik van de trap, kunnen trappen het aandachtspunt van de rondgang zijn. Beschikken de trappen over geschikte leuningen? Werd antislip aangebracht? Zijn ze vervaardigd uit geschikt materiaal? Wordt orde en netheid gerespecteerd op en rond de trappen? Zijn de trappen voldoende verlicht? Worden ze conform de instructies gebruikt (bijvoorbeeld niet lopen op de trap, leuning gebruiken,…)? Draagt men geschikte schoenen bij het gebruik van de trap?
Bekijk het schema 'Rondgang trappen voor valpreventie'
2. Een goede voorbereiding loont
Bereid een rondgang goed voor zodat hij gestructureerd verloopt.
3. Kies de juiste instrumenten
Bepaal welke instrumenten u aanwendt om de doelstelling van de rondgang te bereiken. In eerste instantie is het belangrijk om tijdens de rondgang notities te maken, maar ook foto’s en video’s kunnen handig zijn om later het rapport aan te vullen. Als u meetapparatuur nodig hebt, moet u die op voorhand voorzien. Beschikt u zelf niet over de vereiste meetapparatuur? Dan kunt u altijd eens informeren bij de externe dienst. Ook gsm-applicaties voor licht- en geluidsmetingen kunnen een goede indicatie geven.
4. Luister naar collega’s en toon interesse
Luister naar collega’s en toon interesse. Plan op voorhand wie u graag wil spreken en wat u te weten wil komen. Bereid een vijftal open vragen voor om de nodige kennis te vergaren.
5. Betrek alle stakeholders
Het comité, maar ook de leidinggevenden en directie nemen best deel aan de rondgang. De preventieadviseur fungeert dan als facilitator van de rondgang. Zo maakt u duidelijk dat directie ook met veiligheid begaan is en dat heeft weer een positief effect op de veiligheidscultuur.
Spoor deelnemers aan actief deel te nemen. Passieve deelnemers verstoren de harmonie en geven omstaanders een verkeerd beeld. Het komt nonchalant over terwijl we juist een actieve deelname van de hiërarchische lijn willen realiseren.
6. Zorg voor de nodige variatie
Plan de rondgangen op verschillende momenten en breng variatie aan. Op die manier zal u een representatiever beeld verkrijgen van de situatie. Als u de rondgang steeds op hetzelfde uur uitvoert, weten de werknemers wanneer u zal langskomen en kunnen ze zich hieraan aanpassen. Plan de rondgang ook eens in slechte weersomstandigheden of wanneer het al donker wordt, op die manier krijgt u een vollediger beeld.
7. Vraag input
Geef andere deelnemers de mogelijkheid om notities te maken en checklists in te vullen en stel op basis daarvan het rapport op. Zo creëert u de mogelijkheid om vanuit verschillende perspectieven de werkplaats en werkposten te bekijken. Het ownership van de rondgang legt u op die manier bij de comitéleden en/of hiërarchische lijn.
8. Geef zelf het goede voorbeeld en spreek anderen aan
Geef het goede voorbeeld en draag altijd zelf de vereiste PBM’s. Ziet u iemand die onveilig handelt of niet de verplichte PBM’s draagt? Spreek deze werknemer dan onmiddellijk en persoonlijk aan. Laat de werknemer zelf aan het woord: het is veel moeilijker een uitleg te moeten formuleren waarom je de PBM’s niet draagt dan enkel een ‘preek’ te ondergaan. Spreek ook leidinggevenden en collega’s aan: waarom grepen ze niet in? Leg uit waarom je verwacht dat iedereen zorg draagt voor zichzelf en voor elkaar.
9. Stel vast wat goed is
Zeg het ook als het goed is en houd eens een positieve rondgang. Ga niet op zoek naar probleempunten maar benadruk eveneens zaken die al goed verlopen en communiceer hierover. U kan een rondgang gebruiken om collega’s te laten gewaarworden hoe andere afdelingen een probleem opgelost hebben.
10. Voorzie een goede debriefing
Overleg na afloop met iedereen die betrokken was met de rondleiding. Maak optimaal gebruik van de kennis en competenties van alle deelnemers. Belangrijk voor het overleg is onderling vertrouwen, een eenduidige taal en de juiste attitude. Emoties moeten hierin bespreekbaar zijn.
Auteur: Sophie Van De Vyvere – Marc Hoppenbrouwers