Belgium, Brussels, European Quarter, Rue de la Loi.
Legal10 januari, 2025

Grensoverschrijdende criminaliteit: Europees kader voor overdracht van strafvervolging van ene lidstaat naar andere

Vanaf 1 februari 2027 gelden in Europa uniforme regels voor de overdracht van strafvervolging van de ene lidstaat naar de andere. De lidstaten zijn dan verplicht om ‘de Verordening overdracht strafvervolging’ (Verordening 2024/3011) toe te passen. Bekijk de Verordening in Jura.

Op dit moment zijn er nog geen gemeenschappelijke regels en dragen de lidstaten de strafvervolging over op basis van verschillende rechtsinstrumenten. Met de nieuwe wetgeving wil Europa de procedure harmoniseren. Dat moet het gemakkelijker maken om grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden. Meer eenvoud zodat strafbare feiten sneller en efficiënter worden onderzocht of vervolgd in het land dat daarvoor het best geplaatst is. De nieuwe wet is tot slot van cruciaal belang om onnodige parallelle procedures m.b.t. dezelfde feiten en dezelfde personen in verschillende lidstaten te vermijden, hetgeen kan leiden tot de schending van het ‘ne-bis-in-idem-beginsel’.

Basisprincipe

Een verzoek om overdracht van strafvervolging kan alleen worden ingediend indien de verzoekende autoriteit van oordeel is dat de doelstelling van een efficiënte en goede rechtsbedeling, waaronder evenredigheid, beter kan worden verwezenlijkt door de desbetreffende strafvervolging in een andere lidstaat te laten plaatsvinden.

De verzoekende lidstaat moet zorgvuldig oordelen of een overdracht wenselijk is op basis van een aantal welbepaalde criteria (o.a. m.b.t. de feiten en de betrokkenen). Hij moet ook rekening houden met de legitieme belangen van de verdachte of beklaagde én van het slachtoffer. Zo mogelijk moet de autoriteit met hen in overleg gaan.

Verzoekschrift

De verzoekende autoriteit gebruikt het verzoekformulier (bijgevoegd in Bijlage I bij de verordening) om het overdrachtsverzoek in te dienen. Ze stelt de aangezochte autoriteit zonder onnodige vertraging in kennis van alle procedurele handelingen of maatregelen die van invloed zijn op de strafvervolging en zijn ondernomen na de toezending van het verzoek en verstrekt alle relevante stukken.

De verzoekende autoriteit kan het overdrachtsverzoek te allen tijde intrekken voordat ze de beslissing van de aangezochte autoriteit tot aanvaarding of weigering heeft ontvangen. In dergelijke gevallen stelt ze de aangezochte autoriteit daarvan onmiddellijk in kennis. Ook de verdachte, de beklaagde en het slachtoffer worden ingelicht.

Beslissing

De aangezochte autoriteit neemt een beslissing over het geheel of gedeeltelijk aanvaarden of weigeren van overdracht van strafvervolging en beslist, overeenkomstig haar nationale recht, welke maatregelen ze moet nemen.

Er zijn een aantal situaties waarin de aangezochte Staat de overdracht moet weigeren en een aantal situaties waarin hij de overdracht kan weigeren. Weigeren moet bijvoorbeeld indien er op grond van het nationale recht van de aangezochte Staat geen strafvervolging kan worden ingesteld of voortgezet voor de feiten die aan het verzoek om overdracht van strafvervolging ten grondslag liggen omdat de gedraging naar het nationale recht van de aangezochte Staat geen strafbaar feit vormt.

Weigeren kan onder meer wanneer de aangezochte autoriteit van oordeel is dat de overdracht van strafvervolging niet in het belang is van een efficiënte en goede rechtsbedeling.

Gevolgen van overdracht

Voor de verzoekende Staat

De strafvervolging in de verzoekende Staat wordt overeenkomstig het nationale recht opgeschort of stopgezet, tenzij de voorziening in rechte als resultaat heeft dat de zaak terug moet naar de verzoekende Staat, of de verzoekende autoriteit de strafvervolging reeds heeft opgeschort of stopgezet. In een aantal gevallen kan de strafvervolging in de verzoekende Staat geopend blijven om de verzoekende autoriteit in staat te stellen tot bijvoorbeeld het nemen van de nodige dringende onderzoeks- of andere procedurele maatregelen (bv. bevriezingsmaatregelen).

Voor de aangezochte Staat

De overgedragen strafvervolging wordt beheerst door het nationale recht van de aangezochte Staat.

1 februari 2027

Verordening 2024/3011 treedt in werking op 7 januari 2025. Ze is van toepassing vanaf 1 februari 2027 (mits een enkele uitzondering).

Bron:
Verordening (EU) 2024/3011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2024 betreffende de overdracht van strafvervolging, Pb.L. 2024/3011, 18 december 2024.

Legalworld

Legalworld Newsletter

Ontvang net als 7.500 andere experts maandelijks het meest recente nieuws en krachtige inzichten uit de juridische sector.
Back To Top