People discussing
Fiscaliteit & Accounting02 september, 2021

Federale wetgever sluit achterpoortjes om maximale betalingstermijn te rekken bij b2b-facturen

De toepasselijke betalingstermijn van facturen bij transacties tussen ondernemingen onderling gaat vanaf 1 februari 2022 verplicht in vanaf de factuurdatum. Onderlinge overeenkomsten om de betalingstermijn te laten ingaan vanaf de verificatie van de factuur worden verboden, want dat bleek vaak een achterpoortje om de wettelijk maximale vervaltermijn van 60 kalenderdagen te omzeilen. Ook een contractuele ontvangstdatum van de factuur wordt verboden: de schuldeiser moet de factuur meteen kunnen sturen na de levering van goederen of diensten.

Verificatietermijn maakt nu deel uit van de effectieve betalingstermijn

Bij handelstransacties tussen ondernemingen onderling kan de wettelijke vervaldatum van facturen van 30 dagen conventioneel verlengd worden tot maximaal 60 kalenderdagen. De Wet betalingsachterstand bepaalt dat er kan overeengekomen worden dat de termijn pas ingaat vanaf het moment dat de klant de conformiteit van de goederen of diensten geverifieerd heeft, met een maximale controle- en verificatietermijn van maximaal 30 kalenderdagen.

In de praktijk wordt die extra controle- en verficatietermijn vaak ingezet om de maximale betalingstermijn te rekken van 60 dagen naar 90 dagen. Dat blijkt voor veel ondernemingen te lang en dus heeft de wetgever dit achterpoortje gesloten via een wetswijziging. De toepasselijke betalingstermijn van de factuur gaat volgens de nieuwe bepalingen in op de factuurdatum of op het moment van de ontvangst van de goederen of diensten. Een eventuele verificatietermijn maakt op die manier deel uit van de effectieve betalingstermijn. Ook door contractueel de factuurdatum (en dus de startdatum van de betalingstermijn) overeen te komen, wordt de maximale betalingstermijn vaak kunstmatig gerekt. Om ook die praktijk uit te sluiten, bepaalt de wetswijziging dat de schuldenaar de schuldeiser alle informatie moet geven die nodig is om de factuur te kunnen uitreiken, uiterlijk op het moment van ontvangst van de goederen of diensten.

De wetswijziging maakt het respect voor de betalingstermijnen bovendien beter afdwingbaar. Bij laattijdige betaling wordt het openstaande bedrag automatisch verhoogd met verwijlinteresten én een forfait van 40 euro. Voorheen voorzag de Wet betalingsachterstand enkel in een recht voor de schuldeiser om verwijlinteresten aan te rekenen.

Back To Top