"Ik vraag mij af of de invoering van het DSO een verantwoord risico is" - in gesprek met Verstappen
Leon Verstappen
Leon Verstappen is hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder notarieel recht, aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast adviseert hij al ruim 30 jaar bij Hekkelman Advocaten en Notarissen én is hij plaatsvervangend raadsheer bij het Gerechtshof Den Haag. Onlangs heeft hij voor de Modellen voor de Rechtspraktijk de onteigeningsakte ontworpen.
De Omgevingswet wordt over enkele weken ingevoerd. Toch is er, zeker onder juridische professionals, veel weerstand tegen de inwerkingtreding. Hoe kijk je naar de kritiek op de wet?
“De belangrijkste reden waarom juridische professionals volgens mij moeite hebben met de inwerkingtreding op korte termijn is omdat het nog niet zeker is of het DSO goed functioneert. De uitvoering van de Omgevingswet hangt in hoge mate af van de techniek. Juridische professionals zijn daarom bang dat het mis kan gaan. Wat mij betreft is die vrees gegrond, alleen al bij de Belastingdienst zijn er genoeg voorbeelden aan te wijzen waarin het op het vlak van de techniek is misgegaan. Maar modernisering is onvermijdelijk, ook in het juridisch werkveld. Digitalisering maakt ons werk gemakkelijker, maar hier kleeft een zeker risico aan. Ik heb vooralsnog vertrouwen in de invoering van het DSO. De digitalisering heeft gaandeweg al plaatsgevonden, want we maken veelvuldig gebruik van de websites als Ruimtelijkeplannen.nl. Via dit platform kan iedereen inzien welk bestemmingsplan van toepassing is in een bepaald gebied. Zonder deze digitale basis zou je naar het gemeentehuis moeten fietsen om deze gegevens in te zien. Dat is onwenselijk.”
Het DSO speelt een belangrijke rol in de Omgevingswet, betekent dit dat eenieder moet kunnen vertrouwen op de informatie in dit systeem?
“Waar ik me zorgen over maak is de betrouwbaarheid van de informatie in het DSO. Wat je op je scherm ziet moet kloppen met de (juridische) werkelijkheid. De burger stelt straks zelf vast of het aanvragen van een vergunning nodig is, daarvoor gebruikt hij het DSO. Stel dat de gemeente achteraf stelt dat er een vergunning nodig was voor het bouwwerk, dan moet een burger kunnen bewijzen dat er op basis van de plannen in het DSO geen vergunning nodig was. Er zijn allerlei situaties denkbaar waarin de burger een ander plan heeft ingezien dan het geldende plan, bijvoorbeeld omdat de plannen in de tussentijd zijn gewijzigd of vanwege een bug in het systeem. Hoe kan je dan bewijzen dat je bepaalde informatie hebt gezien? Hier moet aandacht voor zijn, want je kan niet van een burger verwachten dat hij van al zijn handelingen in het DSO screenshots bewaart.”
“Daarnaast heb ik vragen over het DSO en de rol van de notaris. Moet de notaris voor ieder onderzoek het DSO inzien en mag hij op die informatie vertrouwen? Ik wil dat de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie zich uitspreekt over dit vraagstuk, want de notaris mag hierover niet in het onzekere worden gelaten.”