Annick DE BOECK, “Het nieuwe verbintenissenrecht. Hoofdlijnen”, NjW 2022, afl. 467, 610-626.
Welkom nieuw verbintenissenrecht!
Naast tal van codificaties van jurisprudentiële ontwikkelingen (zoals de precontractuele aansprakelijkheid en de nietigheid op maat), wordt onder meer de omstreden imprevisieleer in ons recht erkend en worden ook heel wat instrumenten voorzien om de positie van gedupeerde schuldeisers te versterken, buiten de rechtbanken om. Een arsenaal aan buitengerechtelijke en anticipatieve remedies, zoals de wettelijk erkende buitengerechtelijke ontbinding en vervanging, een buitengerechtelijke nietigheid en zelfs anticipatieve remedies zoals de anticipatieve ontbinding en ENAC bieden heel wat mogelijkheden. Nieuw zijn voorts onder meer de prijsvermindering, een gedetailleerde regeling voor de restitutieverbintenissen en de afschaffing van de retroactieve werking van de vervulling van de opschortende en ontbindende voorwaarden.
Verder is ook vermeldenswaardig dat voortaan een algemeen verbod op het gebruik van onrechtmatige algemene voorwaarden is opgenomen en dat de “knock out-regel” als suppletieve regel wordt vooropgesteld voor de oplossing van het conflict tussen door de partijen gehanteerde tegenstrijdige algemene voorwaarden. De toekomst zal moeten uitwijzen hoe het algemeen verbod zich zal verhouden tot de bestaande B2C en B2B-regelingen in het WER. Ondernemingen doen er alleszins goed aan deze nieuwe regels in ogenschouw te nemen en vanuit die optiek hun contractuele voorwaarden door te lichten.
Jura abonnee?
Lees deze bijdrage rechtstreeks in Jura