U leest een artikel uit de Juristenkrant. Altijd toegang tot de Juristenkrant en andere gerenommeerde tijdschriften? Ontdek ze op Jura.
Rechters kunnen persoonlijke opvattingen hebben over bijvoorbeeld drugs en geweld, voorlopige hechtenis, belastingzaken en het gedrag van partijen, maar die hebben niet per sé invloed op de uitkomst van rechtszaken. Dat vertelde Elke Olthuis, universitair docent Recht en Samenleving aan de Universiteit van Amsterdam, tijdens een reflectienamiddag over Het Juristenbrein die LeA Uitgevers op 3 december in Leuven organiseerde. Aanleiding was de lancering van het boek ‘De Luis in de Toga’ van Hugo Lamon, advocaat aan de balie van Limburg. Het boek bundelt de columns die Lamon het afgelopen jaar schreef, aangevuld met naschriften en drie langere essays over hoe complexe wetgeving soms tot verbazingwekkende resultaten aanleiding geeft.
Auteur: Luc Vanheerentals voor de Juristenkrant
In het kader van haar proefschrift ‘The Human Element in Judicial Decision-Making: The Role of Personal Attitudes’, dat Olthuis in juni met succes verdedigde, onderzocht ze aan de hand van interviews met 77 rechters en een experiment de mogelijke invloed van persoonlijke opvattingen op het rechtelijk besluitvormingsproces. Uit de studie blijkt dat rechters weliswaar eigen attitudes hebben, maar dat ook de meerderheid vindt dat ze in staat zijn om die, in ieder geval tot op zekere hoogte, los te maken van hun professionele beslissing. Olthuis deed ook een experiment waarbij de rechters in twee groepen werden verdeeld die een gelijkaardige zaak dienden te beoordelen. Ze wijzigde echter voor de ene groep kleine details gelieerd aan het gedrag van de verdediging om te onderzoeken of die tot een ander percipiëren zou leiden van dat gedrag en of de beslissing zou beïnvloeden. ‘Uit dit experiment bleek dat de aanwezige attitudes geen directe invloed lijken te hebben op de uitkomst’.
Hoe slagen de rechters erin om te voorkomen dat subjectieve menselijke elementen hun onpartijdigheid in het gedrang brengen? ‘Naast de wet die als instrument wordt gehanteerd bij het schrijven van het vonnis, hanteren ze technieken zoals bijvoorbeeld overleggen met collega’s of afstand nemen van de zaak’, aldus Olthuis. Rechters zijn zich ook sterk bewust van eventuele interne en externe conflicten met hun onpartijdigheid. ‘Zo nemen ze geen rechtszaak aan als ze zich er niet goed bij voelen. Dat is bijvoorbeeld het geval met de behandeling van een inbraak als men zelf recent geconfronteerd werd met een dergelijk feit. Ook externe conflicten kunnen een reden zijn om niet te beslissen in een zaak. Zo worden zaken gemeden waarbij een vroegere werkgever of personen met wie een relatie bestaat betrokken zijn, evenals zaken uit een identiek woongebied.’
Attitudes
Frank Fleerackers, hoogleraar aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de KU Leuven, wees er tijdens het seminarie op dat het menselijk aspect van het oordeelsvermogen in de rechtsgang zeer belangrijk is, maar dat er daarover bitter weinig studies noch literatuur bestaan binnen de rechtswetenschap. ‘In dergelijke gevallen gaat men bovendien heel snel over tot juridische argumentatielogica, stijl Chaïm Perelman. Uitzondering is het boek ‘How Judges Think’ waarin hoogleraar en raadsheer Richard A. Posner de rechter omschrijft als een mens met een eigen achtergrond, opvoeding, familie, overtuiging… We praten echter niet graag over die menselijkheid van rechters, noch over de wijze waarop zaken toegewezen worden. Bij het waarom dat mensen, zoals rechters, afzien van hun persoonlijke overtuiging en handelen conform met hetgeen democratisch beslist is in het parlement, komen we uit bij de menselijke rede, alhoewel ook die tot ontsporingen kan leiden en doorgaans niet dienstig is bij sterk afwijkende overtuigingen.’De twee fundamentele problemen waarmee ons rechtssysteem kampt zijn volgens Fleerackers het identisch en statisch denken. ‘In casussen kijken we vooral naar wat gelijkaardig is met andere zaken in plaats van naar de verschilpunten. Conform vroegere rechtspraak plaatsen we er vervolgens meteen een deksel op met het oog op rechtszekerheid. We moeten daarentegen meesters worden van casusanalyse en inzicht krijgen in de eigenheid van elk geval.’ Hij pleitte er voorts voor dat rechters zichzelf op een grondige manier analyseren. ‘Als we weten wie we zijn, dan kunnen we daar inzichten uithalen en beter oordelen’. Fleerackers hield daarbij ook een pleidooi om zoveel mogelijk collegiaal met drie of meer rechters te zetelen. Dat creëert immers dynamiek via interactie, tot zelfbegrip en casusinzicht. ‘Een alternatieve mogelijkheid voor een alleenstaande rechter is een conversatie opstarten met AI. We weten weliswaar allemaal dat AI mogelijk fake news genereert, maar als de rechter zijn interpretatie van de casus aan AI voorlegt en een alternatief vraagt, leidt dat eveneens tot zelfanalyse in het eigen oordeelsvermogen. Maar het blijft behelpen.’
Activisme
In zijn commentaar bij de aantijgingen over activisme van rechters wees Hugo Lamon op het feit dat rechters vaak geconfronteerd worden met vage, zogenaamd ‘blinde’ wettelijke normen waarbij de wetgever zelf geen maatschappelijke keuzes maakten maar dat aan de rechter overlaat. In tegenstelling tot een politicus die lange tijd kan wachten om knopen door te hakken, is een rechter bovendien verplicht om binnen een bepaalde termijn een uitspraak te doen. In zijn nieuw boek ‘Luis in de Toga’ citeert Lamon onder meer doctoraatsonderzoeker Jan-Baptist Lemaire ‘die zich afvraagt, vertrekkend vanuit de premisse dat de rechter niet aan politiek moet doen maar de wet toepassen, hoe een rechter dat moet doen wanneer het recht bol staat van open normen’. Vage normen creëren immers meer onzekerheid.Maatschappelijk bewogen uitspraken zoals in de klimaatzaak zijn volgens Lamon ook het gevolg van de criteria die gehanteerd worden bij de selectie van magistraten. Sinds de Hoge Raad voor de Justitie op 1 maart 1999 werd opgericht gebeuren de benoemingen in de magistratuur niet meer op grond van politieke verdeelsleutels, maar na strenge toegangsexamens die de Hoge Raad organiseert. ‘In het begin peilden deze examens enkel naar de kennis van het recht. Gaandeweg werd ook de kennis om de maatschappelijke relevantie en gevolgen van uitspraken te doorgronden belangrijk. Op die manier krijg je een bepaalde invulling van dergelijke blinde normen.’ Lamon riep ook op het beeld te bestrijden dat rechters aan partijpolitiek doen, zoals sommige politici naar aanleiding van zulke vonnissen beweren. Dat is volgens hem immers geenszins het geval. Ook hij pleit voor een dialoog tussen de machten in dit land ‘in plaats mekaar te bestrijden’.